vrijdag 22 mei 2015

Onzichtbaar kind

Het rare van het wachten op Chunlian is dat we een soort van onzichtbaar kind hebben. Voor mij raakt dat een oude pijn want ook Jasper, onze eerstgeborene, was en is een onzichtbaar kind. Na zijn geboorte heb ik er over nagedacht met een lege kinderwagen over straat te gaan zodat ik over hem zou kunnen praten. Ik verfoeide de vlaggetjes overal bij ons in de straat, we woonden in een nieuwbouwwijk, hoera een jongen, hoera een meisje. Wat maakt het nou uit of het een jongen of een meisje is, hoera een kindje moet er staan, vond ik. Ik schreef de geschiedenis van mijn kinderen voordat ik hem kende. En eigenlijk zat mijn ergernis dieper. Niemand kon zien dat ik moeder was geworden. Niemand kon zien dat ik een kindje had gekregen.

Mijn hart maakt een sprong als iemand iets over Chunlian vraagt of zijn naam noemt. In fragmenten wordt hij op zo'n moment zichtbaar. Ook ik ken hem nog niet. Ik ken alleen zijn foto's, ik heb hem zien bewegen op filmpjes, met een heel lief stemmetje horen praten en ik heb verslagen over hem gelezen. Hij wordt beschreven als een een kleine druktemaker, had ik iets anders kunnen verwachten? Hij ziet er uit als een heel zachtaardig jongetje, lijkt me ook wel passend.

 Zijn foto's heb ik inmiddels grijs gestaard. Soms kijk ik expres een paar dagen niet naar hem in de hoop dat de foto's als nieuw zijn bij een volgende blik. Ik zoek vruchteloos op internet naar een nieuw puzzelstukje van zijn leven, naar een nieuw stapje in onze weg naar hem. Een machteloos gevoel, dat wachten op.

Straks is hij hier wel, hoewel ik dat nu nog niet kan geloven. Zijn bestaan kan dan niet langer ontkend worden, hij gaat een toekomst tegemoet waarin hij kan worden wie hij wil zijn. En tot die tijd huppelt hij rond in een weeshuis in China, met zijn vriendinnetje. Hij wordt liefdevol verzorgd door de verzorgsters, een weeskind in een weeshuis in China, zoals er zoveel weeskinderen zijn. Straks is er weer eentje minder. Chunlian is zijn naam: 



Foto er tijdelijk af, verkeerde media aandacht gekregen helaas
 

zaterdag 16 mei 2015

Mindshift

Als ik andere ouders vertel dat mijn kinderen op een democratische school zitten, krijg ik vaak te horen dat deze school voor hun kind niet geschikt zou zijn want hun kind heeft meer structuur nodig. Nu zitten er op de Ruimte vele kinderen van wie je kunt zeggen dat ze structuur nodig hebben en toch doen ze het erg goed op deze school.

Ik vermoed dat wat mensen nodig hebben niet zozeer structuur is maar verbinding, deel uit maken van een gemeenschap. Ik denk dat wij vaak het woord structuur gebruiken terwijl we eigenlijk verbinding bedoelen. Op het moment dat verbinding afwezig is, vormt structuur een soort kunstmatig vangnet. Structuur biedt dan nog een beetje houvast. Op een reguliere school met grote groepen, wisselende leerkrachten en kinderen ingedeeld op leeftijd in plaats van op eigen voorkeur, mist vaak de verbinding. Of ze willen of niet, kinderen zijn verplicht hun dag door te brengen in een lokaal of in de hal, aan een tafel, met kinderen uit hun groep en een leerkracht die hen vertelt wat ze moeten doen. Weinig tijd om verbinding te maken want ook de lesmethodes vragen om aandacht en de kerndoelen moeten worden gehaald. Hard werken voor de leerkrachten om de kinderen dan toch voldoende structuur, het kunstmatige vangnet, aan te bieden.

Misschien klopt het dus wel dat er op een democratische school weinig structuur is in de zin van een vast programma. Maar kinderen, in ieder geval onze kinderen die in een hecht gezin opgroeien, voelen haarfijn aan dat er wel verbinding is en dat ze deel uit maken van een gemeenschap. De afwezigheid van een kunstmatig vangnet maakt de school om verschillende redenen wel kwetsbaar.

De gemeenschap moet beschermd worden terwijl er continu druk op staat om te veranderen. Er komen nieuwe studenten (met ouders) en stafleden. Er komen nieuwe ideeën over natuurlijk leren, er zijn ontwikkelingen in onderwijsland waardoor leren op afstand makkelijker wordt. Er wordt in de maatschappij oneindig gepraat over wat goed onderwijs is en iedereen heeft er een mening over. In mijn vorige kritische blog haal ik ten dele uit naar de behoudendheid van de school. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit een beschermingsmechanisme is, niet altijd adequaat, om te voorkomen dat de gemeenschap uit elkaar valt en de verbinding ontbreekt. Ik denk niet dat vernieuwingen dit effect hebben in een gemeenschap die stevig staat maar ik kan me voorstellen dat dit in het verleden niet altijd het geval was.

Ook is de school kwetsbaar omdat je in een gemeenschap zult moeten zoeken naar een balans tussen "de neuzen de zelfde kant op" en het unieke van ieder individu. Mensen komen om zeer diverse redenen op school en het is belangrijk dat een ieder zich onderdeel gaat voelen van de gemeenschap die de school voelt, ieder weer op zijn of haar eigen wijze. Ook ouders horen hierbij, hoewel er mensen op school zijn die dat liever ontkennen. Contraproductief in mijn ogen. Ook hebben studenten, ouders, stafleden soms veel meegemaakt in hun onderwijscarrière en hebben ze tijd nodig om vertrouwen te krijgen in de gemeenschap waar ze deel van uit zijn gaan maken. Een sterke gemeenschap kan dit dragen maar als de gemeenschap op haar grondvesten trilt, gaan deze kwetsbare mensen onderuit.

De gemeenschap is ook kwetsbaar omdat het iets is dat je voelt, of niet. Structuur is te omschrijven en te kaderen, om 9 uur gaan we rekenen, om 10 uur eet je je appel en om 15 uur mag je weer naar huis. Je mag niet pesten en als er iets is, meld je dat bij de juf. Hoe omschrijf je een gemeenschap, hoe omschrijf je verbinding? Verbinding kun je niet afdwingen bovendien, het is onderdeel van ieders individuele vrijheid om een verbinding niet aan te gaan, tijdelijk of voortdurend. Hoe maak je een meerjarenplan voor een gemeenschap, waar ook innovatie in voorkomt? Een sterke gemeenschap omarmt innovatie en vernieuwing, een gemeenschap die onzeker is van zichzelf, zal zich afschermen en behoudend worden. Hoe kom je uit deze impasse zonder dat de gemeenschap ten onder gaat?

Ik denk dat het goed is om je te realiseren dat innoveren hoort bij de mens en dus ook bij een gemeenschap van mensen. Iedere gemeenschap maakt vernieuwingen door en juist door deze te omarmen en ook wel eens later tot de conclusie te komen dat het geen succes was, kan een gemeenschap blijven bestaan.

Het is een soort van mindshift die gemaakt zal moeten worden en lukt het om de hele gemeenschap die shift te laten maken? Is het zo dat er al een hele groep studenten en een aantal stafleden deze shift allang heeft gemaakt en geduldig afwacht tot de rest van de gemeenschap volgt? Ik ga voor deze laatste mogelijkheid!




dinsdag 12 mei 2015

Vrijheid of sociale dictatuur

Onze kinderen zitten op een democratische school die werkt volgens sociocratische principes. Sociocratie werkt niet met de meeste stemmen gelden maar met overwegend bezwaar en consent. Zolang iemand overwegend bezwaar heeft en hier goede redenen voor kan aandragen (en dan helpt het als die persoon welbespraakt is!), gaat een nieuw idee niet door. Dit werkt als er de boventoon wordt gevoerd door mensen die altruïstisch kunnen denken en kunnen reflecteren op hun eigen handelen. Dan is sociocratie misschien wel te verkiezen.

Op het moment dat een systeem echter vooral bezig lijkt te zijn zichzelf in stand te houden en het krampachtig gaat reageren, lijkt de sociocratie een heel geslepen middel om een soort sociale dictatuur te ontketenen. Een krampachtig in stand gehouden systeem is altijd een bron van ellende. Als het goed zou functioneren zou die kramp namelijk helemaal niet ontstaan en een systeem belangrijker maken dan een individu is in mijn ogen een gevaarlijk iets. In de praktijk zie je dat innovatieve processen kunnen worden stopgezet op een overwegend bezwaar van enkelingen die vast willen houden aan wat er al is. Nieuwe initiatieven worden geremd omdat het systeem traag reageert, met allerlei beslissingsstappen en even los (?) van het bestuurssysteem, daadkracht soms ontbreekt.

Het systeem in stand houden wordt belangrijker dan de individuele vrijheid van een ieder om zijn/haar eigen weg door het leven te kiezen. En dat is bijzonder op een school waar vrijheid om je eigen leven vorm te geven zo wordt gepropageerd. Een rare tegenstelling.

Op zich is het ook bijzonder dat een school voor democratisch onderwijs zoveel moeite lijkt te hebben met innovatieve processen en daardoor krampachtig wordt. Dit lijkt een erfenis uit het verleden te zijn, een erfenis die het systeem met zich mee draagt. Wij tegen de buitenwereld, de onderwijsinspectie, de leerplichtambtenaren, de doctrine van het reguliere onderwijs. Ik denk dat op we pas echte vrijheid kunnen ervaren voor onze kinderen en onszelf als we die erfenis overboord kunnen zetten. We maken een mooie gedenkdag voor de strijd die geleverd is en we gaan verder met het nu. Vrijheid om je leven in een gemeenschap van mensen zelf vorm te mogen geven en als individu niet ondergeschikt te zijn aan een systeem dat krampachtig in stand gehouden wordt.

Ik stem dus voor het oprichten van een monument voor de strijd die in het verleden is gevoerd, een dag om die strijd de herdenken en dan nu verder te gaan met het nu. Zou dat kunnen? Er zit zoveel potentie in de school dat het mooi zo zijn als het lukte!

zondag 3 mei 2015

Muizen en zo

Eigenlijk is het proces van adopteren een soort mindgame.

Ik verlang naar het moment dat Chunlian hier bij ons is maar dan zijn de lente en de zomer al weer voorbij. De lente en zomer dat Qiujun acht is, Siem elf en Tijmen dertien jaar oud. Een lente en zomer waarin ik in het nu wil kunnen leven en wil kunnen genieten van hen die om mij heen zijn. Waarin we samen zijn, weliswaar zonder Chunlian en waarin we dingen beleven die we aan onze herinneringen toe gaan voegen. Weet je nog toen....

Ook nu zijn er herinneringen waarbij soms gezegd wordt, toen was jij nog in China Qiujun. Ook voor Chunlian komen er straks herinneringen langs van toen hij nog in China woonde. Als Chunlian er straks is, is Wookiee geen pup meer en Sofietje is er misschien wel helemaal niet meer.

Chunlian leeft zijn leven nu in China. Zijn herinneringen zijn van het weeshuis en de school waar hij heen gaat. Wij krijgen een glimps te zien op de filmpjes die we van hem hebben en die ik, als het zou kunnen, nu grijs gedraaid heb.

Terwijl ik van het nu wil genieten, verlang ik naar de toekomst en droom ik dat dat lieve mensenkind bij ons gezin hoort. Het gaat me nu steeds beter lukken dit verlangen te integreren in het genieten van nu. Geniale zin, toch? Maar het is wel zo.

Ik geniet van de opmerkingen van de kinderen. Zou Chunlian dit ook leuk vinden? Het lijkt me leuk om samen met hem, met zijn vieren, van die hoge duin te glijden. Ik droom dat we op een klif staan, hij staat naast me en we omarmen elkaar. Ik geniet van de muis die we op de rommelmarkt kochten voor een euro, die nu gewassen en wel op hem wacht in ons bed. Ik droom over zijn glimlach die we de eerste weken misschien helemaal niet zien en ik droom erover hem te zien rondrennen samen met zijn broers. En misschien vindt hij Muis wel leuk, misschien niet. De tijd zal het leren!