maandag 27 april 2015

Iemand missen die je nog niet kent

We zijn nu op vakantie op Texel. Onderweg hierheen realiseerde ik me dat ik het moeilijk vond dat Chunlian er niet bij is. Er ging een flits van gemis door me heen. Onze kinderen vinden het altijd erg fijn om naar Texel te gaan, net als wij, maar deze keer zag ik er tegenop omdat we Chunlian nog niet mee konden nemen.

Fikkie stoken in de tuin en engeltjes te paard maken, wandelen op het strand, naar de intertoys, het sommeltjespad, naar de film, allemaal dingen die bij Texel horen. Van de hoge duin naar beneden glijden en een wedstrijdje doen wie als eerste weer boven is. Ruzie maken over van wie welk bramenvalleitje in de Slufter is en de loze woorden van je verstandige ouders aan horen, de valleitjes zijn van zichzelf :) Voetballen in de tuin waarbij het voor sommigen onder ons al een hele prestatie is dat hun voet de bal raakt. Met je zakmes stokken bewerken tot mooie kunstvoorwerpen, als een kungfu master met een plastic tennisracket rondspringen in de tuin, stoeien op het grasveld, op je fiets mee de honden uitlaten. De Meierblis bij de Cocksdorp, het strand van de Jan Ayeslag, Sweet die hem smeert in duinen. Dat is Texel.

Een onvoorstelbaar en warm idee dat hier straks nog een kindje rondloopt die er hopelijk op zijn eigen manier van kan gaan genieten. Meegesleept door zijn broers, aan de hand genomen door ons mag hij alles in zijn eigen tempo en op zijn manier gaan ontdekken. In plaats van drie dan vier kinderen die van de duin naar beneden glijden, of zou hij dat niet durven? Dat mag ook, dan kijken we samen naar zijn grote broers.




zondag 12 april 2015

Als je in jezelf gelooft kun je alles zijn

Ooit gingen de oudste twee een ochtend per week naar de plusklus die eigenlijk plusklas of DaVinci heette. Vanuit het idee, ze hebben een adequaat labeltje en ze zijn niet zo gelukkig op de gewone school, dus laten we daar eens iets aan gaan doen. We hoorden uit ons hoogbegaafde netwerk dat het heel goed is voor hoogbegaafde kinderen, ze ontmoeten elkaar, ze leren leren en ze kunnen in een ochtend hun batterij opladen om er weer de hele week op de gewone school tegen te kunnen.

Maar het werkte helemaal niet voor onze kinderen. Ze vonden het helemaal niet leuk en zaten niet te wachten op een uitdaging in een vreemd schoolgebouw met onbekende kinderen. Ze hadden geen klik met de juf en maar heel soms met de kinderen.

Een ochtend per week moest Siem zijn faalangst overboord zetten, een van zijn leerdoelen immers, en echt nuttige dingen doen. Elke acht weken moest hij iets neerzetten over een onderwerp naar keuze of naar beperkte keuze ("jullie mogen kiezen maar het moet over eten gaan"). Maar hij wist niet hoe. Zie je wel, faalangst. Nee hij weet niet hoe. Hij weet niet hoe hij aan die enorme brei aan informatie en kennis die hij in zijn hoofd heeft zo'n draai kan geven zodat een ander dat een presentatie noemt. Je kunt wel naast hem gaan zitten en met hem praten over een onderwerp dat hem interesseert. Of met hem naar een museum gaan en dan praat hij je de oren van het hoofd want hij weet overal wel wat vanaf en als dat niet zo is, zorgt hij er in no time voor dat hij er wel van alles van af weet.

Ook het schakelen tussen plusklas en gewone school was lastig. Het waren twee verschillende werelden, bevestigd doordat de ene om de hoek was en de ander in de auto bereikt moest worden. En die twee werelden hadden geen ander contactlijntje dan ons kind, hoewel de plusklusjuffen uitgebreide verslagen schreven over wat er allemaal gedaan was. Misschien hadden de verslagen een kans gemaakt als ze hadden opgeschreven wat er allemaal gevoeld was maar dat was denk ik toch een brug te ver.

De plusklus was dus niet zo'n succes en wij gingen op zoek naar het waarom. Waarom vinden al die andere kinderen het wel leuk om daar een ochtend per week heen te gaan en onze kinderen helemaal niet? Waarom laden zij hun batterij daar helemaal niet op?

Kennelijk bestaan er hoogbegaafde kinderen en hoogbegaafde kinderen. Wat ze bindt is de neiging om dat wat ze doen in het extreme te doen, in ieder geval in de ogen van niet hoogbegaafde mensen. En die van ons zijn in het extreme eigenzinnig. Ze zijn bij te sturen maar niet te sturen. Je kunt met ze praten tot je een ons weegt maar als ze een idee in hun hoofd hebben, dan doen ze dat, one way or another. Daarbij zijn ze heel redelijk en mogen wij ons in de handjes knijpen dat hun normen en waardensysteem en emotionele ontwikkeling allang op een veel hoger niveau is dan het bij de meeste mensen ooit zal komen (en dan niet hoger als waardeoordeel maar als feit).

Ze weten van alles over van alles maar ze willen niet gedwongen worden dat te presenteren op een groot karton waar ze plaatjes op mogen plakken en lijntjes op mogen trekken om de verbindingen tussen de plaatjes aan te geven. Op het uur dat de juf voor hen bepaald heeft, in een lokaal waar ze zich niet prettig voelen (het gebouw had wat sick building neigingen), met allemaal andere kinderen van wie een aantal de presentatie toch echt door papa of mama in elkaar had laten draaien.

Op de school waar ze nu heen gaan, zijn ze gewoon wie ze zijn. Dat klinkt simpel maar in iets wat school heet en wat aan de door onze overheid o zo gewaardeerde leerplicht voldoet, is dat eigenlijk helemaal niet zo makkelijk. Het vergt een enorme denk slag om kinderen te gaan zien als zichzelf. Het grappige is dat onze oudste twee kinderen het helemaal niet moeilijk vonden om gewoon zichzelf te zijn, die snapten het idee van hun nieuwe school nog voordat ze er begonnen waren geloof ik. Ze moesten er alleen op leren vertrouwen dat het ook echt zo was, dat ze zichzelf mochten zijn en er geen verborgen ideeën achter zaten. En voor de jongste is het een van de belangrijkste dingen die we ons maar kunnen bedenken, jezelf mogen zijn in een omgeving met andere mensen. Als je in jezelf gelooft kun je de hele wereld aan!



 

donderdag 9 april 2015

Ik zie jou!


Hieronder kun je lezen hoe ik, in overleg met de basisschool waar ik werk, de HB groep inricht.
Tegenwoordig wordt er ontzettend veel geschreven over hoogbegaafdheid én over onderwijs. Scholen moeten steeds meer kunnen, zeker in het kader van het Passend Onderwijs en aan alle kanten wordt er gezocht naar vernieuwing en verbetering, het moet anders. En ook graag goedkoper! De werkelijkheid is weerbarstig; volle klassen, meerdere kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, een programma dat afgewerkt moet worden, administratie die bijgehouden moet worden. Voor hoogbegaafde kinderen is er geen klinkklare oplossing, de variatie is groot en de meningen over wat ze nodig hebben is per definitie zeer verdeeld.  Per definitie, omdat het nou eenmaal echt zo is dat de variatie in hoogbegaafde kinderen zo groot is dat ze allemaal iets anders nodig lijken te hebben. Wat ieder kind in ieder geval nodig heeft, is gezien te worden!

Hoogbegaafd en gezien worden

Vaak is het moeilijk om hoogbegaafde kinderen goed te zien. Sommigen willen vooral niet opvallen en duiken onder, anderen vertonen in de groep zeer storend gedrag, zijn moeilijk aanspreekbaar en komen niet tot leren. Sommige hoogbegaafde kinderen scoren zeer goed op toetsen, bij anderen zie je in hun schoolwerk niets terug van hun hoge IQ. De schoolwereld is helaas (nog) niet goed ingesteld op visueel denkende kinderen. Veel hoogbegaafde kinderen zijn “twice exceptional”, behalve hoogbegaafd zijn ze dyslectisch, beelddenker of vertonen ze autiform of hyperactief gedrag. Automatiseren is ook niet een van de sterkste kanten van veel hoogbegaafde kinderen.

Vertaalslag

De hele dag maken hoogbegaafde kinderen onbewust een vertaalslag, vanuit de losse stukjes informatie die ze van een leerkracht krijgen (bottom up) zoeken ze naar het overzicht (top down) omdat ze alleen vanuit dit overzicht de leerstof kunnen doorgronden. En alleen als ze iets doorgronden, kunnen ze het echt onthouden, tot zich nemen.

Ook in hun contacten met andere mensen, klasgenoten, de leerkracht, moeten hoogbegaafde kinderen voortdurend een vertaalslag maken om begrepen te worden. Gelukkig hebben de meesten daar de capaciteit voor maar sommigen, zeker beelddenkende kinderen, kunnen zich maar moeilijk verbaal staande houden in een wereld die niet op hen is ingesteld. Er gaat zoveel meer in hen om dan ze kunnen laten zien. Vaak zien ouders dan ook een heel ander kind dan de leerkracht.

Wie is nou het kind dat achter al deze kenmerken en verhalen zit? Dat is het kind dat ik wil zien! En ik wil het kind graag leren zich te laten zien aan zijn/haar omgeving, ook al begrijpt deze omgeving hem/haar niet volledig.

Op school!

Dit klinkt misschien heel therapeutisch allemaal maar mijn ervaring is dat dit best op school kan. En in mijn optiek is het ook belangrijk, dat het op school gebeurt, zodat het kind niet ook nog een vertaalslag moet maken van een therapeutische omgeving naar de klas. Op school mag hij/zij immers ook zichzelf zijn. Twee uurtjes samen met ontwikkelingsgelijken en een begeleider die je helemaal ziet, op je eigen school waar je ook de rest van de week doorbrengt, kunnen zeer stimulerend werken.

Dit ben ik

Ik ben Jouke, 45 jaar, getrouwd met Arjan en moeder van drie kinderen. Na mijn middelbare school, een zelfstandig gymnasium waar ik me het apezuur heb verveeld en weinig aansluiting had met klasgenoten, studeerde ik een jaar Biologie in Utrecht. Na mijn propedeuse jaar ging ik verder in Wageningen, ik studeerde Tropisch Landgebruik. Ik studeerde af in Voorlichtingskunde en Onderwijskunde, verkocht kaartjes bij de NS en werkte vier jaar in Bolivia aan het opzetten van een zorgboerderij voor kinderen met een beperking.

Terug in Nederland kregen Arjan en ik drie kinderen. Onze jongste had een zeer slechte start, hij woonde zijn eerste drie jaar in een weeshuis in China. Een bijzonder jongetje met veel capaciteiten waar we iedere dag weer een beetje meer van gaan zien. Zijn twee broers zijn hoogbegaafd, maar ook zeer dyslectisch (de oudste) en beelddenkend (de middelste).

Zes jaar geleden begon ik met Spaanse les aan een aantal hoogbegaafde kinderen op de school waar mijn kinderen toen nog zaten. Gaandeweg is de Spaanse les veranderd in individueel maatwerk voor ieder hoogbegaafd kind in de groep, waarbij de cognitieve uitdaging een hulpmiddel is om het proces te sturen       jij mag jezelf laten zien en niet het product bepalend is (na een jaar kun je een simpel gesprek in het Spaans houden met iemand uit Spanje).

Inmiddels heb ik een expertise opgebouwd die ik niet heb omgezet in diploma’s. Ook heb ik niet vele cursussen gevolgd, over beelddenken, dyslexie, autisme. Wel heb ik op internet en in boeken veel gelezen en heb ik vele ouders, leerkrachten en kinderen gesproken. Ik heb nagedacht, verschillende strategiën uitgeprobeerd, met mijn handen in mijn haar gezeten, de kick gevoeld van een geslaagd uur met hoogbegaafde kinderen en uiteindelijk me gerealiseerd dat het de weg is waar het om gaat, niet het einddoel.   

Mijn eigen kinderen zitten op een democratische school, waar life long learning centraal staat. Ieder kind mag daar zijn eigen ontwikkeling vorm geven, zijn eigen reisverhaal schrijven. Een grote uitdaging, voor het kind, voor de ouders en voor de stafleden op school. Ik heb daarvan geleerd dat ieder kind een intrinsieke behoefte heeft om zich te ontwikkelen, een nieuwsgierigheid om de wereld te ontdekken. Soms is dat even zoeken en heeft het kind tijd nodig en is het aan ons als begeleiders om het kind hier de tijd voor te geven. Spannend omdat het product niet duidelijk omschreven is en het proces voorop staat.

Zoektocht

Loslaten en begeleiden, een constant zoeken naar wat heb jij van mij nodig en wanneer laat ik je los? Wat is jouw vraag aan mij, hoe kan ik jou helpen jezelf te ontwikkelen? Als ik met mijn peergroup kinderen werk, stel ik mij voortdurend deze vragen en zie ik het als een motiverende uitdaging om te moeten improviseren! En af en toe spelen we een lekker potje weerwolven waarbij ik ook weer momenten aangrijp om bewustwordingsprocessen in gang te zetten.

Peergroup, van product naar proces

In deze groepen staat het cognitieve leren in dienst van de bredere ontwikkeling van het kind. Gebruikmakend van de individuele wensen van het kind zoek ik in deze groep naar zijn/haar sociale en emotionele ontwikkeling maar lopen we ook aan tegen praktische vaardigheden (die soms wat lager liggen dan gemiddeld), het gevoel anders te zijn dan de rest en de gevoeligheden zoals beschreven door Dabrowski (psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, beeldend, emotioneel). Top down denken is in deze peergroups normaal, geen van de aanwezigen hoeft op die manier een vertaalslag te maken. Het proces heeft de nadruk, niet het product.

·         Individueel maatwerk, waarbij cognitieve uitdaging in dienst staat van een bredere ontwikkeling

·         Top down begeleiding

·         Bewustwording anders zijn en er mogen zijn

·         Twice exceptional is “normaal”

·         Gevoeligheden zoals beschreven door Dabrowski zijn “normaal”

·          Van product (einddoel) naar proces (de weg erheen)

zaterdag 4 april 2015

Dromen van een kind

Terwijl wij al weken naar jouw foto kijken, weet jij nog niets van ons bestaan. Onze dromen gaan over jou, je broers praten over jou.
Drie jaar al kom je in onze gedachten bij ons langs. Een kindje in een weeshuis in China, hetzelfde weeshuis als waar Qiujun zijn eerste 2,5 jaar verbleef.

Van de zomer gaven wij officieel de hoop op hem ooit bij ons gezin te mogen laten opgroeien en we verkochten de kinderfietsjes waar Qiujun uitgegroeid was en stopten de te kleine kleren in vuilniszakken om weg te brengen naar de kringloop. In november draaide onze werkelijkheid honderdtachtig graden. Het kindje was nog in het weeshuis, vertelde iemand ons en hij was adoptabel. Praktische bezwaren doemden op maar we besloten het gevoel dat hij bij ons hoort, te laten overheersen. En op een of andere manier leek tot nu toe het hele universum mee te willen werken. Een vergunninghouder (adoptieorganisatie) nam met ons de sprong in het diepe en de Raad van Kinderbescherming leverde maatwerk af. Het gaat er steeds meer op lijken dat dit kindje echt in ons gezin mag gaan opgroeien.

Terwijl wij iedere dag naar zijn foto's kijken, weet hij nog helemaal niets van ons bestaan. Ik probeer me zijn werkelijkheid voor te stellen, de muren van het weeshuis, de verzorgsters en de kinderen die daar zijn. Zijn bedje, de tafeltjes, de vloeren. Straks verandert die hele werkelijkheid, zonder dat hij daar ook maar iets over te zeggen heeft en zonder dat hij dat begrijpt en misschien zelfs zonder dat het hem van te voren is verteld. Net zoals toen hij door zijn geboorteouders werd afgestaan. Wij hebben dit nu voor hem besloten en hebben beredeneerd dat hij beter af is bij ons dan in het weeshuis of een ander gezin dat hem misschien in de toekomst wel zou willen adopteren. Wij hebben ja gezegd op hem, hij heeft niets te zeggen.

Ik zal van je houden, ik zal er altijd voor je zijn, ik wil je alles geven wat je nodig hebt, al mijn liefde en mijn warmte, mijn arm om jou heen, mijn heup om jou op te dragen, mijn geduld om op jou te wachten. Tot in de eeuwigheid zal ik op jou wachten. Als je tijd nodig hebt om aan je nieuwe wereld te wennen, om ons te gaan begrijpen, om het leuk te gaan vinden dat je bij ons bent, om het gevoel te krijgen dat je mag zijn wie je bent, ik zal op je wachten. Ik verwacht niets van je want ik heb alles al wat ik mij mezelf toe kan wensen en jij mag daarin zijn wie jij zijn wil, wie jij bent.