donderdag 11 december 2014

Ouder en school

Op de democratische school van mijn kinderen zijn op dit moment allerlei gesprekken gaande over de rol van de ouders op de school. Ik volg die gesprekken vanaf de zijlijn. Ze gaan over formele structuren om ook de stem van de ouders een plek te geven in de school. Een goede ontwikkeling om ouders een formeel plekje te laten krijgen in de democratie van een steeds groter wordende school.

Toch denk (en hoop) ik dat de daadwerkelijke revolutie in de school zich op een ander vlak zal gaan afspelen. Ik denk dat die revolutie een ommezwaai zal zijn naar een daadwerkelijke verbinding op zielsniveau. Dat klinkt mooi toch?!

Wat ik er onder andere mee bedoel is dat ik zie dat kinderen het nodig hebben dat hun ouders een band aangaan met de stafleden om met deze zelfde stafleden ook een band aan te kunnen gaan. Dit geldt in ieder geval voor de jongere kinderen, hoewel ik me kan voorstellen dat ook de oudere studenten deze verbinding nodig hebben om zich volledig te kunnen ontwikkelen.

Voor mijn kinderen is het belangrijk dat ik mij verbind met de mensen die zij dagelijks ontmoeten zodat school en thuis voor hen een geheel wordt. Ouders buiten de school houden, zoals door sommigen (ook ouders!) wordt geroepen, doet voor mijn kinderen en mij geen recht aan ons samenleven.

Die verbinding gaat verder dan een formeel gesprek over leerdoelen of functioneren. Het is een verbinding die ik continue bestendig, niet in daden maar in wat ik uitdraag. Iets ongrijpbaars, ondefinieerbaars, dat er gewoon is (of niet is). En ik, of eigenlijk mijn kinderen heb(ben) het nodig van stafleden dat zij deze verbinding ook bestendigen. Gelukkig gebeurt dat, in ieder geval met de stafleden met wie ik en mijn kinderen te maken hebben!

En dat is voor mij eigenlijk de essentie van de rol van ouders in de school, dat ik er mag zijn om verbinding te maken en ook weer mag gaan zodat mijn kinderen op die verbinding voort kunnen varen tijdens hun reis door het leven op de Ruimte.
 

dinsdag 28 oktober 2014

In de stilte

...hoor je alles. Dat is de prachtige titel van een boek van Piek Stor over communicatie met dieren. En dat je in de stilte alles hoort, heeft Qiujun, ons jongste mensenkind, mij geleerd.

Qiujun heeft vanaf dat wij hem kennen moeite om zich in taal uit te drukken. Toen hij drie jaar was en wij hem voor het eerst ontmoetten, sprak hij geen Chinees. Hij leek het wel te verstaan maar reageerde niet. Hij maakte trouwens wel geluiden, op de veilige hotelkamer. Eenmaal in Nederland duurde het heel lang voor er wat verstaanbare klanken kwamen en de eerste drie woord zin kwam uit zijn mond toen hij bijna 5 was. Omdat we inmiddels het logopedische circuit in waren gegaan, wisten we van het bestaan van een drie woord zin en het belang daarvan in de ontwikkeling van een kind. Een zin die uit drie woorden bestond! Daarna duurde het weer maanden voor de volgende drie woord zin geproduceerd werd maar dat drukte de pret niet, hij kon het!

Ondertussen is Qiujun een zeer communicatief jongetje die zich graag wentelt in sociale contacten. Hoe moeilijk moet het dan zijn als je niet in woorden kunt uitdrukken wat je wilt, niet kunt zeggen wat je wilt zeggen. Want dat is nou eenmaal wel de makkelijkste manier om met mensen te communiceren. Dat hij zelf heel sterk is in non verbale communicatie en zijn intuïtie zeer goed ontwikkeld heeft, is ontzettend fijn maar de buitenwereld begrijpt hem niet altijd.



Gelukkig groeit hij op in een zeer levendig gezin waarin hij zeer goed kan oefenen met communiceren. Tegelijkertijd hebben wij ook automatisch en onbewust de stap genomen om hem te leren begrijpen. We hebben leren luisteren naar zijn ziel en hem geholpen met zijn communicatie met de buitenwereld. Terwijl de heren hier thuis niet altijd even vreedzaam samen leven, staat zij buitenshuis als een blok voor hun kleine broertje. Ze helpen hem de vertaling te maken van alles wat er in zijn hoofd omgaat naar de woorden die andere mensen kunnen begrijpen. Zelf begint hij ook stapjes te maken om buitenshuis steeds meer te durven praten. Op school kan hij daar heel veel mee oefenen maar kiest hij ook nog wel eieren voor zijn geld en houdt hij zijn mond als het te ingewikkeld wordt.

Ons kind zo te zien worstelen met verbale communicatie, is heel moeilijk. Wat zou ik het graag willen dat zinnen hem aangewaaid kwamen, dat hij in zijn hoofd de woorden zou kunnen vinden die hij wil uitspreken, dat hij de structuur van de taal feilloos aanvoelt, dat hij teksten van liedjes  kan onthouden. Een voorbeeld van dat laatste, hij onthoudt wel de strekking maar niet de woorden: "Vader Jacob, slaapt gij nog" werd op die manier "Opa Jan, in je bed".

Wij hebben geleerd om heel goed te luisteren naar hem. Als Qiujun aan tafel gaat praten, komt er rust en weten zijn broers ook dat ze moeten wachten tot hij uitgepraat is, tot hij al zijn woorden heeft gevonden. Zeker niet altijd makkelijk, ook omdat Qiujun nog de leeftijd heeft om midden in een gesprek een totaal ander gesprek te gaan houden. Niet totaal anders, want ergens legde hij de associatie met dat wat hij vertelt maar het bestaande gesprek stopt daardoor wel. Zijn broers zijn verbaal zeer begaafd, hoewel Siem als echte beelddenker wel moeite heeft zijn beelden in begrijpelijke zinnen om te zetten. Maar woorden vinden in zijn hoofd, dat kan hij wel en Qiujun niet altijd.

Ik ben Qiujun heel dankbaar dat we van hem hebben geleerd om in de stilte alles te horen. Tegelijkertijd gun ik het hem van harte om alle woorden en zinnen in zijn hoofd te kunnen vinden die hij wil vinden, om alles te kunnen zeggen wat hij wil zeggen. Want er zit zoveel moois in dat prachtige koppie van hem! Tot die tijd en ook daarna luisteren wij heel goed .....

 

maandag 1 september 2014

Op zoek naar verbinding

Afgelopen woensdag, terwijl de Leusdense scholen nog niet begonnen waren en mijn kinderen hun vaste vrije woensdag van hun school hadden, ging ik met Siem en Qiujun even bij het bouwdorp hier om de hoek kijken. Vriendjes van Qiujun deden mee en ook een paar oud-klasgenoten van Siem. En daar, toen we stonden te kijken naar al die bezige kinderen, viel het verleden over ons heen.

Een aantal jaren geleden wilde Siem ook mee doen met het bouwdorp, net als Tijmen dat deed. Hij wilde graag in een groepje met een paar meisjes uit zijn klas. Bij de jongens zaten een aantal voor Siem heel onveilige kinderen dus dat durfde hij echt niet. Ik mailde de moeders en kreeg als antwoord, nee dat kan niet want ze hebben al een groepje en daar mag niemand meer bij, hebben wij als moeders afgesproken. Heel makkelijk antwoord voor hen en bij ons stortte de wereld van Siem nog even iets verder in. Hij kon niet mee doen met de meisjes uit zijn klas, met wie hij nog wel enig contact had. Uiteindelijk timmerde hij een paar dagen met het groepje van Tijmen mee, maar had veel te veel last van het geluid op het bouwdorp (200 kinderen op een parkeerplaats van asfalt die spijkers in hout slaan) en de lol was eraf. Het groepje meisjes met wie hij niet mee mocht doen, kreeg onderling ruzie.

Terwijl deze gebeurtenis uit het verleden over Siem en mij heen viel, had Qiujun het heerlijk met zijn vriendjes uit zijn oude klas. Hij mocht ook even zagen, sloeg een paar spijkers, ging even mee naar binnen om daar te kijken, een warm bad. Zo kan het dus ook.

Jarenlang hebben wij met een zeer verdrietig jongetje hier in huis geleefd. Ondanks al onze pogingen om buiten school om leuke dingen te gaan doen en op school te praten over zijn ervaringen, viel Siem steeds verder naar beneden. Hij stond alleen op het schoolplein want de jongens voetbalden en de meisjes wilden niet meer met jongens spelen, ook al had deze jongen lang haar. Voetballen was veel te link voor Siem, hij kreeg de bal hard tegen zich aan en de jongens hadden (nog) niet genoeg invoelingsvermogen om rekening te houden met een wat mindere speler.

Als ik er nu aan denk hoe vaak hij alleen moet hebben gestaan op het schoolplein, dan bloed mijn hart. Maar nee zeiden ze op school, hij huppelt wel eens en hij lacht ook wel. Zo slecht heeft hij het hier niet op school. Fijn dat hij af en toe een huppeltje maakte, maar in zijn hart was hij zeer eenzaam. Hij had bijna geen enkele verbinding met andere kinderen. De kinderen met wie hij af en toe een klik maakte, waren hem zeer dierbaar en op een halve hand te tellen. Die beschouwde hij als zijn beste vrienden. Tijdens zijn laatste schooljaar mocht hij op één kinderfeestje komen, wat hij totaal niet had verwacht. Zijn hoogtepunt van dat jaar!

Een groot probleem in zijn oude klas was denk ik de onveiligheid die ontstond door onverwacht agressief gedrag van een aantal kinderen in combinatie met een groep zeer drukke jongetjes en een paar felle meisjes. De kinderen die Siem nabij waren, moesten ook hun hoofd boven water zien te houden net als eigenlijk alle kinderen in de klas. In een zo onveilige klas is iedereen bezig zijn hachje te redden. En Siem ging daar aan onderdoor. Die werd echt depressief; hij ging met heel veel moeite naar school (en heel vaak bleef hij thuis), hij wilde alleen nog maar televisie kijken, hij speelde niet, hij wilde wel heel veel speelgoed hebben, hij maakte heel veel ruzie met zijn broers en met ons en schoot voortdurend om niets tegen het plafond. "Ik ben ook een rotkind, ik kan maar beter dood zijn" was een veel gebruikte zin. Hij maakte scenes op zeer ongelegen momenten om niets, hij zocht alle grenzen op. En hij was pas vijf, zes, zeven, acht, negen jaar oud. En wij vroegen ons af hoe we hem in godsnaam groot moesten laten groeien, onze grenzen waren wel zo'n beetje bereikt. En dan praten we over dit jongetje:

En ik vraag me nog steeds af of dat niet anders had gekund. Of een school, klasgenoten en de ouders van klasgenoten niet ook een stap kunnen maken om voor kinderen zoals Siem (want hij is gegarandeerd niet de enige!) het leven een klein beetje mooier te maken? Ze zijn nog zo jong, de wereld zou nog aan hun voeten moeten liggen.

 Hoewel ik nog altijd denk dat het zo ongelukkig worden van een kind de medeverantwoordelijkheid is van de gemeenschap waar het kind deel aan neemt, hebben wij als ouders onze eigen verantwoordelijkheid genomen. Vorige zomer besloten wij dat Siem thuis zou blijven tot wij een goede plek voor hem gevonden hadden. Die goede plek kwam sneller dan verwacht, hij mocht samen met Tijmen gaan proefdraaien op de Ruimte. Hij mocht gaan helen. Want echt, wij deden er thuis alles aan om hem te helpen helen maar voor Siem moest dat nou juist ook in de buitenwereld gebeuren.

Ik zie hem nu op de Ruimte, een lief sociaal wezen, die met iedereen verbinding maakt die daarvoor open staat (tenzij hij kinderen als onveilig ervaart, dat is nog een te grote stap voor hem nu). Een gevoelige vlinder, flower power, die er mag zijn zoals hij is.

Een snel gegroeide school waar ook kinderen binnen komen met onveilig gedrag. Een school waar het verbinding maken met jezelf, met het leven, met andere mensen en levende wezens voorop staat. Een school waar je "de hele dag mag doen wat je zelf wilt". Zou verbinding het sleutelwoord zijn?

 

maandag 28 juli 2014

Reisverhalen

Ik vind het heel belangrijk dat mijn kinderen hun eigen reisverhaal door het leven mogen schrijven. Toen zij nog op de reguliere school om de hoek zaten, kon dat niet. Misschien dat individuele leerkrachten dat best wel zouden willen, maar het past niet in het systeem. Door al het toetsen van cognitieve ontwikkeling en het vergelijken met eigenschappen van leeftijdsadequaat gedrag, wordt een kind bewust of onbewust gedwongen op de rails te blijven rijden.

Daar waren mijn kinderen niet zo goed in, op de rails rijden. Zij ontspoorden voortdurend en ieder op hun eigen manier. Om ze dan weer op het spoor te krijgen, kregen ze therapie; ergotherapie, kindertherapie, weerbaarheidstraining, fysiotherapie, homeopathie.

Alles wat ze deden werd onder een vergrootglas gelegd en daar deden wij als ouders aan mee. We zagen ons kind door de bril van het reguliere onderwijs en waren ons ervan bewust dat wat we zagen niet klopte. Klopten onze kinderen niet of was onze bril ontoereikend? Het spoor niet geschikt voor onze kinderen? Maar al die andere kinderen dan die wel gewoon op het spoor bleven rijden, terwijl onze kinderen maar bleven ontsporen? Onze verantwoordelijkheid om onze kinderen toch op het spoor te leren rijden omdat ze toch in deze maatschappij moeten leren leven? En waarom passen onze kinderen niet op het spoor waar zoveel anderen wel overheen kunnen rijden? Deden wij als ouders iets grondig fout? Moesten we zelf harder proberen op het spoor te rijden?

Vorig jaar zomer gooiden we eindelijk de bril voorgoed weg en  besloten we dat onze kinderen zelf hun reisverhaal mochten gaan schrijven, hoewel we dat voor de jongste toch nog een jaar uitstelden. Maar voor hem wisten we dat het niet meer nodig was hem op het spoor proberen te houden en was ons doel hem nog een jaar groter te laten groeien tussen zijn lieve vriendjes en vriendinnetjes op de school om de hoek. Dat gaf ons als ouders al een heel ander uitgangspunt bij gesprekken op school over zijn ontsporingen en school aanvaardde min of meer dat hij ontspoorde.

De reis die onze kinderen nu begonnen zijn is fantastisch en ze snapten het meteen. Waar wij als ouders het nog wel spannend vonden om geen spoor meer te hebben dat we kunnen volgen, stortten zij zich met heel hun ziel en zaligheid in het leven dat ze mochten gaan leven op hun eigen manier. Geen meetlat meer om te kijken of ze zich wel goed ontwikkelen maar vertrouwen in de intrinsieke behoefte van ieder mens om zich op zijn unieke wijze te ontwikkelen.

Voor ons als ouders geeft het ook heel veel rust. We hoeven niet meer naar onze kinderen te kijken met de bril van een ander, geen onbestendig gevoel meer over het komende schooljaar. We hoeven niet meer te vergelijken met andere kinderen, ons zorgen te maken dat het contact met het jongetje uit het buur-strandhuisje niet loopt omdat ze op andere golflengtes zitten, zie je wel dat ze sociaal gezien niet functioneren. We hoeven niet meer te oefenen met het volgen van het spoor of ons druk te maken omdat we thuis dat spoor ook niet volgen. Geen krampachtig gelegde oefenspoortjes in ons leven, met als motto "aan ons zal het niet liggen". Het "ligt aan ons" en we genieten er met hart en ziel van dat onze kinderen hun eigen reisverhaal dat leven heet, mogen schrijven. Nu reizen we ieder onze eigen reis, in verbinding met elkaar en de mensen die we liefhebben.




woensdag 16 juli 2014

No hablo Español

Vier jaar nu begeleid ik op de reguliere school om de hoek kinderen die hoogbegaafd zijn, een uur per week in de vorm van "Spaanse les". Terwijl twee van mijn eigen kinderen in het unschooling systeem floreren omdat ze hun eigen leerproces mogen gaan vormgeven, moest ik bij Spaans op zoek naar een evenwicht zoeken tussen aanbod- en vraaggestuurd onderwijs, een evenwicht tussen het levende leren dat mijn eigen kinderen zo bevalt en het schoolse leren waar de kinderen aan gewend zijn. 

Een vraag die je zou kunnen stellen is of ik op deze manier een systeem in stand help te houden waar mijn eigen kinderen niet in passen. Voor zo'n vraag ben ik eigenlijk te praktisch. Ik zie dat de meeste kinderen het Spaanse uur erg leuk vinden en op die manier krijgen ze weer energie om de rest van de dag of week goed aan te kunnen. Ze kunnen even ademhalen. Tot nu toe vind ik het geluk van ieder individueel kind dat ik zo help belangrijker dan een principiële houding ten opzichte van het systeem. Ik weet ook eigenlijk niet of ik volledig tegen het systeem ben, het werkte voor mijn kinderen gewoon niet. Tenslotte is onderwijs mensenwerk en maak ik graag een verschil voor ieder individueel kind dat ik ontmoet. Ik heb dus besloten dat wat ik zie gebeuren met mijn kinderen, ten gunste van de kinderen op de reguliere school te gebruiken. Een interessante uitdaging.

Ik durf er nu op te vertrouwen dat de Spaanse kinderen echt wat leren, ook al is het niet meetbaar in toetsen en ook al zeggen ze soms zelf dat ze niets geleerd hebben. Een jongen zei vorige week dat hij nu geleerd heeft dat hij eigenlijk best kan voetballen. Doordat hij gewend is aan meetbare resultaten vond hij het zelf een beetje een rare conclusie. Ik niet. Het is toch bijzonder als je jaren gedacht hebt dat je niet kunt voetballen, je nu ineens merkt dat je het best wel goed kan. Natuurlijk spraken we ook over het spelinzicht dat bij hoogbegaafden vaak veel groter is dan bij andere kinderen, waardoor ze zich ergeren op het veld en waardoor ze de lat voor zichzelf ook heel hoog leggen. Als Messi het kan, waarom zou ik die bal dan niet zo kunnen trappen? Jaren van oefenen maar daar houden hoogbegaafde mensen vaak niet zo van.

Sommige kinderen vragen om aanbodgestuurd onderwijs maar ik kan me bijna niet voorstellen dat ze diep in hun hart dat ook echt willen. Eigenlijk denk ik dat sommigen vraaggestuurd onderwijs te spannend vinden, de vraag "wat wil jij hier leren" werpt je terug op jezelf. En misschien willen ze wel helemaal niets leren? Misschien is "leren" een besmet woord, in een schoolomgeving waar je leert voor later en je een groot deel van de dag verveelt omdat je niet genoeg aangepast werk hebt. Andere stappen meteen in de flow, door hen vrij te laten, gaan de radertjes aan en produceren ze van alles, presentaties, dansjes, toneelstukjes, stripverhalen.

Wat heb ik genoten laatst toen twee zeer energieke beelddenkende jongens met lego de Spaanse kamer in hun hoofd nabouwden. Een heel jaar ben ik aan het zoeken geweest hoe ik het uur voor hen goed zou kunnen inrichten, nu begrepen ze in een klap wat ik bedoelde met een kamer in je hoofd waar je al het Spaans kunt opbergen. De een maakte een blauwe kamer, de ander een rode. Opvallend dat ze de kamers aan elkaar vast bouwden trouwens. Tijdens het bouwen praatten we over anders zijn, beelddenken, niet altijd begrepen worden door anderen, in de klas niet kunnen laten zien wat je allemaal in je hoofd hebt. Tafels leren en Spaanse scheldwoorden (die heb ik ze niet verteld). Ondertussen voetbalden twee andere jongens buiten in het Spaans, zodra ze zagen dat ik keek telden ze bij elke overgeschoten bal in het Spaans. Ik weet niet welk nummer de bal had die ze door het openstaande raam van een andere klas naar binnen schoten. Ondertussen bedachten ze ook dat hun volgende project over de Formule 1 zal gaan. Heeft niet zoveel met Spaans te maken misschien maar gelukkig is mijn opdracht vanuit de directie van de school niet zozeer Spaans te leren aan deze kinderen maar hen te leren zijn wie ze zijn.

Een uurtje per week om in de schoolomgeving te leren zijn wie je bent met extra aandacht voor hoogbegaafd zijn, dat is best wel beperkt. Maar het is niet anders. Het lastige van de beperkte tijd is dat er weinig rust in de kinderen komt. Creatieve processen hebben soms tijd nodig. Maar als je maar een uurtje hebt, lijkt het een beetje zonde om een half uur filmpjes te gaan kijken op youtube. Hoewel dat eigenlijk wel de manier is waarop ik zelf werk en de beste ideeën krijg, iets anders gaan doen om ideeën te laten sudderen. Tijdens het wandelen met de honden, in de auto, liedjes op youtube aanklikkend of midden in de nacht (helaas, dit laatste creatieve moment zou ik zelf graag verplaatsen).

Ik zoek toch nog wel regelmatig naar een verantwoording waarom ik de kinderen een half uur laat voetballen terwijl hun klasgenootjes binnen aan het rekenen zijn. Verantwoording die ik van de directeur niet hoef te geven, dus ik vraag me regelmatig af waar het vandaan komt. Want ja, ook ik krijg op het schoolplein te horen dat een kind thuis vertelt dat ze "alleen maar" hebben gevoetbald. Ze vertelt thuis niet dat we eerst tien minuten hebben overlegd over hoe we gingen voetballen en dat er op het veld ook nog druk werd gediscussieerd over verschillende spelinzichten. En dat ze voor die tijd onderuit gezakt in een stoel niets wilde doen. En ik heb ook wel eens van een juf te horen gekregen dat het kind maar terug moest komen in de klas als hij toch niets deed. Ik hoop dat hij volgend jaar weer mag komen niets doen. Dat kan heel helend zijn als je het om de goede reden doet.

Ik realiseer me dat, ook doordat we maar een uur samen hebben, ik dat uur zo effectief mogelijk wil invullen. En ook ik, opgegroeid in het schooling systeem dat ik destijds vervloekte, denk diep in mijn hart dat effectief betekent dat je iets produceert dat zichtbaar is. Terwijl sommige producten kostbare innerlijke processen zijn. Dan maar eens een uurtje "niets" doen om de goede reden.

Ik realiseer me tegelijkertijd dat het gevoel van verantwoording moeten afleggen over hoe je de tijd met de kinderen invult misschien ook is waarom leerkrachten tegenwoordig zo krampachtig vasthouden aan de methoden. Soms zou het heel goed zijn om met een hele of halve klas naar buiten te gaan, maar misschien komt er dan wel weer een ouder langs die klaagt omdat zijn kind teveel speelt en te weinig leert? Ik weet het niet. Het vervelende vind ik dat ook de kinderen het overnemen, het gevoel dat je alleen iets leert als je achter je tafeltje op papier iets doet. 

Creatieve processen, iets leren in het leven, dat werkt toch helemaal niet alleen achter een tafeltje? Is het omkeerbaar of leg ik me erbij neer dat ik tijdens dit uurtje Spaans een zaadje plant dat misschien ooit mag gaan groeien? Zijn wie je bent, met empathie voor jouw eigen wezen en de anderen om je heen, is dat niet een heel belangrijke les om te leren?



woensdag 9 juli 2014

Ar ik heb twee houten planken gevonden en ik wil er iets mee maken is het goed als ik se hou

Af en toe (heel vaak) heeft Siem een creatieve uitbarsting. Zoals vanmiddag, nadat we met zijn vieren naar de tandarts waren geweest. Ook altijd een avontuur, met een storm daar binnen komen, drie jongetjes om de beurt in die stoel krijgen zónder dat een van de anderen op de stoel van de assistente rondjes gaat draaien of het kraantje uitprobeert, oudste werkt heel goed mee hoor tegenwoordig.

Hij kwam toevallig in de schuur terecht (thou shall not come there) waar Arjan zijn spullen/troep bewaart. Een plankje, een stok en dan gaan we per direct en wel nu een mitrailleur maken van die plank. Eerst aan Arjan vragen via de mail of je die plank wel mag gebruiken, misschien is het wel een plank van een kast. "Ar ik heb twee houten planken gevonden en ik wil er iets mee maken is het goed als ik se hou". Jouke nog even foto's laten maken van die plank zodat Arjan weet waar we het over hebben, terwijl ze eigenlijk al klaar stond om de honden uit te laten (helemaal geen vlucht van de chaos hoor). Het mag.
We tekenen met een stift (whiteboard, doet het ook op een houten plank) een mitrailleur, niet langs een rand maar midden in de plank en we vragen: "waar is de zaag"? Arjan antwoordt vanaf zijn werk, links om de hoek op ooghoogte. Dus of Jouke, weer terug met de honden, weer even een mail terug wil sturen naar Arjan, op wiens ooghoogte dan wel niet. Uiteindelijk hebben we een zaag en waar gaan we zagen? Nee niet op de keukentafel, dat had Siem ook wel bedacht. Of ik even de werkbank van de muur wil halen (en graag ook koken want creatieve processen vreten energie) waar ook drie kleine fietsjes aan hangen. Dan maakt Siem zelf wel een werkbank van een kartonnen doos, achterin de kamer, goed Jouke? Dat zagen schiet niet op natuurlijk, heeft Arjan geen elektrische zaag? Eens even in de schuur kijken en ja hoor, daar ligt iets waar je elektrisch mee kunt zagen. Ook al mag je van Jouke niet in je eentje dat apparaat gebruiken en de stekker niet in het stopcontact stoppen, je probeert het toch even.... Jouke mailt ondertussen Arjan, come home please. Gelukkig zit hij vandaag in Leusden te werken en is hij zo thuis.
Jammer dat er eerst gegeten moet worden maar daarna zaagt Arjan met de elektrische zaag volgens Siems bouwtekening aan de bovenkant van de plank bijna dezelfde mitrailleur als Siem getekend had midden in de plank. Qiujun maakt vervolgens met Arjan ook nog een mitrailleur. Ze moeten nog wel geschuurd worden (hebben we geen elektrisch schuurapparaat? ), een hele klus. Qiujun schuurt binnen, Siem vertelt hem dat dat nou niet zo handig is, "daar krijg je problemen van". Nu is het wachten op het moment dat ze bedenken dat die mitrailleurs geverfd moeten worden ....... 

vrijdag 4 juli 2014

Unschoolen; "je mag er de hele dag doen wat je zelf wilt"

Eigenlijk wisten we het al heel lang, diep in ons hart. Onze kinderen op een reguliere school, dat gaat hem niet worden. Tijmen vooral, want die riep al toen hij een jaar of drie was "zelluf bepalen" in plaats van zelluf doen dat peuters altijd schijnen te roepen. Tijmen, die elke dag weer boos op mij was omdat hij niet met zijn driewieler op het fietspad mocht lopen (hij gebruikte de pedalen niet, hij liep heel snel), die op zijn blote voeten mee ging om de honden uit te laten, die nooit een muts op wilde in de winter en o ja, ook geen wanten. Vervolgens wel de buurt bij elkaar schreeuwde omdat hij pijn in zijn vingers kreeg. Hoe moet zo'n eigenzinnig jongetje nou in een gewone klas mee gaan hobbelen. Die vraag kostte mij al hoofdbrekens toen hij nog maar vier was. Siem protesteert nooit hardop, die doet gewoon wat hij zelf wil en luistert uiteindelijk nooit echt naar je als hij het er niet mee eens is. Wel eens lastig maar het went. Beide jongens leerden mij al snel denken over de vraag, waarom wil je dat ze dit zo doen, waarom mag hij nu geen ijsje, waarom mag hij niet over het aanrecht lopen? Zonder een goede daarom luisterde Tijmen niet naar me en Siem luistert per definitie toch niet als het hem niet uitkomt. Het was ons dus al vroeg duidelijk dat dat wat onze kinderen nodig zouden hebben om zich te kunnen ontwikkelen, hen niet geboden zou worden op een reguliere school. Toch deden we er nog lang over om de stap te nemen. Daar hadden we goede en minder goede redenen voor. Uiteindelijk zijn onze kinderen op de Ruimte beland waar ze mogen leven in het NU, mogen zijn wie ze zijn en levend mogen leren (dat is een uitdrukking die op de Ruimte wordt gebruikt, niet zelf verzonnen dus).

Qiujun liep een andere weg. Onze kleine grote held kwam met drie jaar in ons gezin. Hij sprak geen Chinees, struikelde over iedere stoeptegel die een halve centimeter hoger lag en ging uit zijn dak als wij hem niet heel veel vasthielden. Hij was het liefst thuis, veilig of wandelde met ons met de honden. Hij ontdekte dat hij kon ruiken, dat er bomen bestaan (die om kunnen vallen, een grote angst gedurende een tijdje) en dat hij er toe deed. Hij leerde dat hij mocht bepalen, dat wat Tijmen al zo lang zelf wilde doen was in zijn hoofd tot die tijd niet opgekomen. Wij ontdekten dat hij zeer temperamentvol is, heel communicatief, sociaal en dat het klopt dat hij heel stevig in zijn onderste chakra zit (geen verstand van Chakra's maar hij heeft altijd heel stevig onderin zijn lijf gezeten), dat hij intuïtief heel sterk is, een zeer visueel ingesteld jongetje voor wie de gesproken taal een abstract gegeven is. Ook dit jongetje en het reguliere onderwijs bleek niet zo'n goede combinatie. Ligt dat nou aan ons als ouders, kijken wij anders naar onze kinderen dan anderen dat doen naar hun kinderen of heeft de kosmos het heel goed begrepen door Qiujun in ons gezin te laten komen?

Anyway, unschoolen is wat onze kinderen goed doet. Nou heb ik gemerkt dat het heel moeilijk is als volwassene om unschoolen echt te begrijpen (tenzij je zelf bent groter gegroeid met unschooling maar dat zullen niet veel volwassenen zijn). Je kunt unschoolen niet begrijpen vanuit het schoolen principe. Het is niet een soort vertaalslag die je kunt maken, je hebt school waar je van alles moet leren naar je hebt unschool waar je de hele dag mag doen wat je wilt en dan leer je vanzelf. Zo leg ik het natuurlijk wel eens uit aan mensen maar dit klopt eigenlijk niet. Unschooling is geen schooling min les. Ook mag je niet de hele dag doen wat je zelf wilt.

Nu zou het natuurlijk wel prettig zijn om "de Ruimte" te kunnen uitleggen aan andere ouders en kinderen. Niet alleen "je mag de hele dag doen wat je wilt" en that's it. Het is namelijk helemaal geen grenzeloze school waar kinderen allemaal rare dingen doen die in de maatschappij niet geaccepteerd worden. Verre van dat. Als je de hele dag op de trampoline zou willen staan, dan zijn er vast wel andere kinderen die ook wel eens op de trampoline willen staan. Of die samen met jou op die trampoline willen staan. Zo ontmoeten kinderen de hele dag andere mensen met wie ze samen moeten leven. En dat is het eigenlijk, de Ruimte is een samenleving die een onderdeel vormt van een grotere samenleving. Kinderen worden er niet wereldvreemd, zoals ook wel wordt gedacht, juist omdat ze de hele dag aan het samenleven zijn. Heel leerzaam en heel vermoeiend soms.

Het leuke is dat kinderen die op de Ruimte komen het bijna altijd meteen snappen, de ruimte die ze krijgen. In ieder geval die van mij.
Misschien heeft onze manier van leven veel overlap, wij leggen in het volste vertrouwen zoveel mogelijk verantwoordelijkheid bij onze kinderen, zonder dat dit voor hen te zwaar is. Mijn kinderen voelden al snel aan dat ze op de Ruimte mochten zijn wie ze zijn en dat er geen volwassenen zijn met een vooropgezet plan van hoe zij zich zouden moeten ontwikkelen. Om samen te leven met een groep mensen, heb je bepaalde vaardigheden nodig en wij helpen jou om die te ontwikkelen als jij daar aan toe bent. Het is goed als je daar op je zesde aan toe bent maar het is ook prima als dit op je tiende is. En soms ontstaat er frictie, jij wil iets dat een ander niet wil en dan praten we daarover.

Eigenlijk leren mijn kinderen nu de hele dag. Ze praten de hele dag met andere kinderen en volwassenen. Ze komen thuis met nieuwe ideeën, ze zijn weer nieuwsgierig. Heel eerlijk gezegd weet ik vaak niet waar ze alles wat ze in eens weten vandaan hebben gehaald. Vroeger wist ik dat wel, Klokhuis was hun grote bron, hun toegang tot de wereld waarvan ze afgesloten waren op schooldagen. Nu mogen ze de hele dag in die wereld leven, wauw. Nu weet je misschien nog niet wat unschooling eigenlijk is! Het is alles, het is leven, samenleven, vallen en opstaan, hap snap nieuwe dingen zien, verwerpen, onthouden. Huilen, lachen, praten, hyperdepiep rondlopen, op de bank liggen met een Donald Duck, een film kijken op je laptop samen met een vriendje, praten met een staflid, loombandjes maken, scheten laten (wat niet gewaardeerd wordt), elke dag weer de mooiste stok vinden die een zwaard wordt, de zandbak vol water laten lopen, ruzie maken en weer oplossen. Leven dus!

Een school om de hoek

Omdat me opviel dat deze blog nu (januari 2019) ineens weer gelezen wordt, toch maar even de toevoeging dat mijn kinderen inmiddels thuisonderwijs krijgen. Hoewel, thuisonderwijs bestaat officieel niet in Nederland, ze zijn vrijgesteld van de leerplicht... Hier lees je daar meer over: http://spinnenhersens.blogspot.com/2018/10/homeschooling-and-art-of-living.html

Wat had ik graag gewild dat mijn kinderen "gewoon" in de wijk op school zouden gaan en dit ook nog leuk zouden vinden. Mijn kinderen gaan graag naar school, zoiets. Heel veel heb ik daarvoor over gehad, vele gesprekken, met juffen, directeur, op andere scholen en met externe deskundigen. In de GMR en Arjan in de MR van de school, helpen bij activiteiten. Maar mijn kinderen vonden het er niet leuk. Er waren tijden dat Arjan ze naar school moest brengen omdat het mij niet lukte. Ik voelde me zo schuldig hen iedere dag weer naar een plek te brengen waar ze met tegenzin waren, waar ze het nut niet van inzagen, waar ze zich gedwongen verveelden en hun appel moesten eten als het daar tijd voor was, naar buiten mochten als dit in het rooster stond en heel veel op hun stoel, in de juiste houding, achter hun tafeltje moesten zitten, om te leren voor later. Qiujun is een iets ander verhaal, die vindt het heerlijk om zijn vriendjes te zien maar het moeten werken zoals hij dat noemt, valt hem zeer zwaar.

Hoe kon ik mijn kinderen nou laten voelen dat ze in het NU mogen leven als een groot deel van de dag wordt opgeslokt met activiteiten die nuttig zijn voor later? Hoe moest ik mijn kinderen nou uitleggen dat ik het prima vindt dat ze zelf beslissen of ze hun jas aan doen of niet maar dat ze op school gewoon naar de juf moesten luisteren? Dat het echt pech was dat hun vriendinnetje een sneeuwbal in haar gezicht gewreven kreeg, had ze maar niet op dat veld moeten komen en ja, dan moet je het meteen melden want als het 10 minuten later is kan de juf er niets meer aan doen, dan is het andere kind dat namelijk al vergeten (?). Kennelijk hebben de meeste kinderen geheugens als vergieten of wordt dat in ieder geval zo gedacht.

Hoe kon ik het uitleggen dat met rekenen 3:2=1 plus rest en niet 11/2 want dat krijg je pas op de middelbare school? Dat je gewoon bij de basis moet beginnen omdat automatiseren het toverwoord is, ook al zijn jouw inzichten in de wereld van de getallen veel verder en snap je puur intuïtief meer van het metrisch stelsel dan de juf? Dat je verhaaltjes moet lezen over Pim die op de wip zit, ook al leest je vader thuis het Sleutelkruid voor, omdat je het lezen moet, let op,  automatiseren. Dat je moet automatiseren, automatiseren, automatiseren. En wat een pech, alle drie mijn kinderen zijn niet zo goed in automatiseren!

Ik kon alleen maar zeggen, het is een spel dat je mee moet spelen, waarvan de regels door anderen bepaald zijn of jij ze nou logisch vindt of niet, jouw mening daarin wordt niet gevraagd. Maar is dat hoe ik mijn kinderen groot wil zien groeien, met de voornaamste boodschap dat ze het spel moesten leren spelen? Een spel dat ik zelf nooit had meegespeeld omdat ik mijn eigen rooster maakte (godzijdank werd er op mijn middelbare school niet zo moeilijk gedaan over spijbelen) en er het mijne van dacht. Zo eenzaam als het maar kon voer ik mijn eigen koers. Met de mazzel dat ik met een beetje inspanning de hoogste cijfers haalde. Maar dat deden mijn kinderen niet want..... ze automatiseren niet!

In het huidige reguliere onderwijs wordt er erg veel gesleuteld aan kinderen. Kinderen zijn iets en moeten iets anders worden, met de gedachte, je stopt er iets in en dan komt er iets uit. Dat wat eruit komt heet dan de leeropbrengst. Een mechanische visie op de ontwikkeling van een mens, in mijn ogen. Ik geloof werkelijk waar niet dat het de manier is waarop mensen zich ontwikkelen, in leeropbrengsten.

Maar goed, hoe leert een mens dan wel, hoe ontwikkelt een kind zich? Waar anders dan thuis wordt mijn kind als een volledig levend wezen gezien, niet slechts een eenheid waar je kennis in stopt? Waar vind ik een plek waar ik dingen terugvindt uit het Continuum concept  http://www.continuum-concept.org/, waar volwassenen zijn en kinderen zijn en die "zijn" dan gewoon. Het holisme dat voor ons thuis zo vanzelfsprekend is, waar vinden we dat terug. Op de Ruimte in Soest.....

Op de Ruimte zijn mijn kinderen gewoon Tijmen, Siem en Qiujun. Ook daar zijn ze nog steeds hoogbegaafd, dyslectisch, met woordvindingsproblemen, lage verwerkingssnelheid. Maar dat is allemaal bijzaak, de hoofdzaak is dat ze Tijmen, Siem en Qiujun zijn. Drie broers die voor elkaar zorgen, die ieder zichzelf zijn, hun eigen weg in het leven gaan bewandelen en toch samen zijn. Die de hele dag allerlei contacten hebben met andere kinderen, de meeste leuk, sommige contacten minder leuk. Die jaren van niet spelen in moeten halen door een heel jaar (en misschien nog een jaar) te gaan spelen, met zwaarden rond te zwaaien. Die soms verdrietig zijn, soms een beetje hyper, soms wantrouwend en met sommigen meteen de verbinding weten te maken. En wat leren ze er nou eigenlijk? Geen idee :)  maar het is me wel opgevallen dat ze niet meer zoveel explosieve buien hebben, dat ze zich niet meer als slachtoffer gedragen, dat ze het leuk vinden om naar school te gaan ook al zitten ze elke dag een uur in de auto, dat ze zich niet meer stoned gedragen. Ze komen thuis met nog meer nieuwe ideeën, Tijmen voor het inrichten van zijn eigen server, Siem met lego ontwerpen. Qiujun vindt het gewoon leuk en landt verder op aarde. Dat is wat hij nodig heeft, tijd en ruimte.

Terwijl ik dit typ zie ik op de computer naast mij, waar de server van Tijmen op draait (zeg je dat zo?) van alles gebeuren. Hij kan die namelijk op afstand van alles laten doen en ik snap daar helemaal niets van! Wat jammer dat de school hier niet om de hoek zit, dan kon ik het hem even gaan vragen :)


De goede redenen om onze kinderen in de wijk op school te laten gaan, lees je onderaan dit stuk. In 2010, toen ik nog in de GMR van het overkoepelende bestuur van bijna alle scholen in Leusden zat, schreef ik een stuk over hoe ik wilde dat de school van mijn kind eruit zag. Mijn drijfveer toen dat het overkoepelende schoolbestuur in mijn ogen het gebruik van MFC's (multifunctionele centra) idealiseerde, goedkoper, modern, alles in een gebouw. 

Hoe wil ik dat de school van mijn kinderen er uit ziet?

Dit stuk is geschreven vanuit mijn blik als ouder. Ik had het graag nog wat meer bijgeschaafd en ik ben vast dingen vergeten. Het is ook niet mijn bedoeling om alleen maar te vinden dat de school van alles moet leveren naar kinderen en ouders toe, ik denk dat het tweerichting verkeer is. Door de school een overzichtelijk geheel te houden voor de ouders wordt ouderparticipatie ook gestimuleerd denk ik. Je voelt je als mens nou eenmaal eerder verantwoordelijk voor een groep waar je het overzicht over hebt dan voor een groep die zo groot is dat je niet meer weet wie wie is.
Voor mijn kinderen vind ik het belangrijk dat ze in een dorp naar een dorpsschool kunnen waar ze lopend of op de fiets naar toe kunnen.  Ik wil graag dat ze in een klaslokaal zitten op de begane grond, waar de ramen open kunnen.

Als ze naar buiten kijken zien ze mensen langs fietsen of wandelen met kleine kinderen of de hond. Ze zien dat er blaadjes aan de bomen groeien, dat die weer bruin worden en afvallen. Op het schoolplein kunnen ze kastanjes vinden en af en toe komt er een verdwaalde eend langs. Er zijn wat bosjes waar ze een beetje in kunnen rotzooien of in de heggen beestjes kunnen vinden tijdens het buitenspelen. Ze mogen best met een broek  met aarde erop thuis komen of zand in hun schoenen. De school is dichtbij en hoort bij de wijk waar we wonen. Tussen de middag kunnen de kinderen thuis lunchen.
Als ik de school binnen loop met mijn kinderen vind ik het fijn dat het niet te groot is, een klas per leerjaar is meer dan voldoende wat mij betreft. Het mag van mij wel iets gezelligs hebben, dat het een beetje op een huis lijkt. Als het kouder wordt ruik je dat de verwarming weer aan gaat, als het regent is het overal nat en lopen kinderen met laarzen die dan in de gang weer verwisseld worden voor schoenen. Je laarzen kun je gewoon laten staan, die vindt je wel weer terug.
Ik vind het heel belangrijk dat er een doorgaande lijn bij de leerkrachten is, zij vormen een geheel. Natuurlijk zijn ze allemaal anders en hebben ze andere stijlen maar de kern, dat wat belangrijk wordt gevonden, is hetzelfde. Als er tijd is en het is nodig kan ik altijd de leerkracht even aanschieten of vragen of ik haar na school even kan spreken. Ook de directeur is altijd wel ergens te vinden of weet iemand anders wel waar/wanneer ik haar kan vinden. Binnen de school weten de leerkrachten wie wie is en wie broertjes en zusjes van elkaar zijn.
Ik zou het prettig vinden als de klassen niet te groot zijn, 25 kinderen in een groep vind ik meer dan genoeg, maar helaas zijn de regels vanuit Den Haag anders. Een klassenassistent, stagiaires vaak, vind ik een goede aanvulling, een extra paar handen. En als een leerkracht een keer ziek is, kan ik ervan uitgaan dat de vervangende leerkracht door de rest van het team wordt opgevangen en ingelicht over de specifieke dingen van een bepaalde klas. Hij/zij staat er dan niet alleen voor.

In ons geval is het belangrijk dat ook onze hoogbegaafde kinderen op de dorpsschool hun plekje hebben. Ze krijgen de mogelijkheid in contact te komen met andere hoogbegaafde kinderen en aan hun specifieke onderwijsbehoeften wordt tegemoet gekomen. We weten natuurlijk dat het niet makkelijk is om dit goed te regelen omdat er een grote diversiteit is in hoogbegaafdheid maar we vinden het zeer prettig als de school in ieder geval bereid is eraan te werken en met ons mee te denken en hoogbegaafdheid niet als een luxe probleem ziet. Het gevoel er samen voor te staan is heel belangrijk. Want ook thuis is het natuurlijk soms zoeken naar een goede aanpak. Daarom vinden we het ook belangrijk dat er een duidelijke link is tussen thuis en school en dat de kinderen dit ook weten. Lastig uit te leggen maar ik merk dat het voor onze kinderen goed is als ze merken dat hun leerkracht enigszins op de hoogte is van de gezinsituatie en andersom. Dit voelt voor hen vertrouwd en voorkomt in hun geval het ‘uitspelen’ van volwassenen (de juf zei dat… mijn moeder zegt dat….) . Dat uitspelen bedoelen ze niet kwaad maar dat kunnen ze wel goed. Meestal een teken dat er meer aan de hand is. Voor ons is het dus ook heel belangrijk dat er aandacht is voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Deze loopt bij hoogbegaafde kinderen nou eenmaal heel anders, in ieder geval bij die van ons en het is goed als zij merken dat ook zij er gewoon mogen zijn.  Tegelijkertijd vind ik het ook belangrijk dat zij ook andere kinderen om zich heen hebben en dat zij leren begrip te krijgen voor hen. In die zin vind ik het ook belangrijk dat er kinderen op school zitten met een andere culturele achtergrond. Leusden is erg ‘wit’ en in die zin geen weerspiegeling van de Nederlandse samenleving.

Ik vind het belangrijk dat de school mee gaat in deze tijd, het informatietijdperk. ICT is niet meer weg te denken en het zoeken en analyseren van informatie die op internet te vinden is, is een gewoon onderdeel van de les. Behalve streetwise worden de kinderen ook internetwise. De lesmaterialen die de school gebruikt houden rekening met  de grote plek die internet inneemt in de wereld waarin onze kinderen opgroeien.

De school gaat ook op andere vlakken met de tijd mee en durft daarin keuzes te maken die soms gewaagd zijn. Ontwikkelingsgericht onderwijs en ervan uit gaan dat ieder kind een onderzoekend wezen is die dingen wil leren. Wat mij betreft mogen de leeftijdsgrenzen die nu klassen aangeven best minder duidelijk aanwezig zijn, dat mag van mij best wat dynamischer zijn.

Om dit allemaal te kunnen realiseren is het wat  mij betreft heel belangrijk dat het lerarenteam een echt team is, met een leidinggevende die een toekomstvisie heeft en deze deelt met het team. Er is duidelijkheid over de verschillende verantwoordelijkheden tussen ouders en school. Ouders zijn eerst verantwoordelijken en geven bewust een deel van de sturing in het groter groeien van hun kinderen uit handen aan de school. Hoewel er leerplicht is, moet dat niet de voornaamste drijfveer zijn om je kind naar school te laten gaan.  Idealiter zouden wat mij betreft ouders bewust een keuze maken in belang van het kind om een aantal uren per dag hun kind naar school te laten gaan (is dat in Finland niet de gang van zaken?). Wat mij betreft mag CITO ook worden afgeschaft en worden de prestaties van het individuele kind iets dat tussen de ouders en school wordt afgesproken, daar hoeft van mij de schoolinspectie niet aan te pas te komen. Op die manier worden ouders ook bewuster van de plaats/functie van school in het leven van het kind. Maar nu ben ik afgedwaald.
Een team, overzichtelijk, met een duidelijke leider met leiderschapscapaciteiten en een visie voor de toekomst, rekening houdend met het verleden van de school, de stroming waarin de school zich bevindt en de toekomstige maatschappij waar onze kinderen in zullen leven. Tegelijkertijd in een klein gezellig gebouw, op de begane grond, met ramen die open kunnen, in het groen van onze wijk.

Geen MFC, onpersoonlijk, met allemaal dezelfde lokalen. Voor mijn oudste zoon ben ik regelmatig op de Gondelier geweest, in Vathorst. Vreselijk! Kinderen en leerkrachten voortdurend ziek. Onherbergzaam buiten, alleen maar steen en wind die om de hoeken giert. Stenen trappen, allemaal dezelfde prefab (geen prefab maar dat is het woord dat bij me opkomt) lokalen, geen sfeer, problemen  met luchtvervuiling, schreeuwende juffen die zoeken naar de telefoon om ouders te bellen dat kinderen ziek zijn, niemand die weet waar wat wie is. Daarvoor ben ik niet in een dorp gaan wonen en heb ik niet het bewuste besluit genomen mijn kinderen naar een dorpsschool in de wijk te laten gaan.    
Voor kinderen in de basisschoolleeftijd vind ik het heel belangrijk dat ze op een “kleine”  (d.w.z. een klas per leerjaar is meer dan genoeg) overzichtelijke school zitten. Hun school. Voor jonge kinderen is het in mijn ogen heel belangrijk dat ze zich thuis gaan voelen op school en overzicht krijgen over het gebouw waar ze zijn en behalve hun leerkracht ook andere docenten kennen. Dit draagt bij in hun gevoel van veiligheid op school. Een MFC heeft deze kenmerken niet en vind ik zeker bij de jongere kinderen niet bijdragen aan hun gevoel van veiligheid. Huiselijkheid is hierin zeer belangrijk. Ook vind ik het belangrijk dat alle leerjaren in een gebouw zitten. Dus geen dependances met de bovenbouw ergens anders. Interactie tussen de kinderen van verschillende leeftijden is op die manier veel lastiger en dat is wel heel belangrijk. Ik denk dat het voor kinderen heel belangrijk is om niet alleen met kinderen van hun eigen leeftijd om te gaan maar hen ook de mogelijkheid te geven te mixen. In de maatschappij leven we tenslotte ook gemengd en gaan we niet alleen om met mensen van onze eigen leeftijd. Waarom kinderen dan wel?

donderdag 26 juni 2014

Kinderen uit de knel


Tijmen en Siem gaan nu bijna een schooljaar naar de Ruimte. Een jaar waarin zij onwaarschijnlijk veel zijn veranderd. Zij hebben geleerd dat ze ook buitenshuis zichzelf mogen zijn. Dat ze OK zijn zoals ze zijn en dat er ook buiten ons gezin mensen zijn met wie ze verbinding kunnen maken, die hen steunen in wie ze zijn, in hun ontwikkeling. Vriendjes en vriendinnetjes met wie ze de hele dag mogen spelen, kibbelen, gamen, rondrennen over het buiten terrein, overleggen in een schoolkring, PO Kring of in de bemiddelingskring. Stafleden die hen gewoon nemen zoals ze zijn en geen vooropgezette plannen hebben om hen te laten ontwikkelen in een bepaalde richting. Tijmen ontdekt zijn krachten, het inzicht dat hij in mensen heeft, zijn zorgzaamheid, zijn overzicht over een situatie. Hij heeft plezier, hij speelt grote fantasiespelen met andere kinderen, neemt als dat nodig is het leiderschap op zich zonder zich daarvoor op de borst te kloppen. Siem is Siem, een grote fladderaar die alles ziet, hoort, ruikt. Die binnen no time de hele school bij naam kende, die de hele dag van alles fantaseert, dingen knutselt, stokken zoekt die zwaarden worden. Dit is zijn liedje: https://www.youtube.com/watch?v=qwNfsvto4eg 

Ook Qiujun startte op de Ruimte met proefdagen en nu een dag per week, om volgend schooljaar volledig over te gaan. Qiujun vindt het er heerlijk, de hele dag spelen, zelf grip hebben op zijn eigen leven. Vanuit het volledig overgeleverd zijn aan de grillen van je verzorgsters die steeds weer anders waren naar ons gezin waar hij de kans kreeg op zijn eigen voeten te leren staan en de wereld te gaan ontdekken naar een school waar hij het vertrouwen krijgt om zelf zijn ontwikkeling te sturen, met heel veel liefdevolle ondersteuning. In eerste instantie was ik bang dat de Ruimte teveel zou lijken op het weeshuis waar hij zijn eerste 2,5 jaar woonde. Tot ik me realiseerde dat het misschien juist wel helend was, het lijkt er inderdaad op te lijken maar het is juist zo anders omdat de verzorgers die nu stafleden heten er zijn om jou te helpen ontwikkelen, om jou te ondersteunen waar je dat nodig hebt en niet slechts om jou in leven te houden.  

Deze zomervakantie dus geen zorgen over een school voor onze kinderen, geen emigratieplannen omdat in Nederland het thuisonderwijs zo moeilijk gemaakt is, geen kind met zenuwentics omdat hij zo bang is voor wat komen gaat, geen kind dat zegt "zie je wel, ik hoor nergens bij" en zijn lage zelfbeeld botviert op ons en zijn broers. Vol vertrouwen gaan wij het volgende schooljaar tegemoet, ze komen er wel die jongens van ons!

Een jaar geleden schreef ik deze tekst:
Kinderen in de knel

Terwijl het leek alsof wij een heel relaxte vakantie hadden, was niets minder waar. Twee van onze drie kinderen zitten in de knel in het huidige onderwijssysteem. Bijzondere kinderen zijn het maar ook gewoon kinderen. Door hun enorm hoge intelligentie kijken zij anders naar de wereld dan veel mensen, leven zij zeer intens en volgen zij een andere weg dan veel kinderen van hun leeftijd. Dat kan in het huidige onderwijssysteem alleen niet. Kerndoelen, leeropbrengsten, passend onderwijs, allemaal pogingen van het systeem om vat te krijgen op de ontwikkeling van onze kinderen. Weinig vertrouwen voor de intrinsieke behoefte van ieder kind om zich te ontwikkelen, “wij weten wel wat goed voor jou is”. Geen vrijheid om je te ontwikkelen zoals jij dat wilt, om te zijn wie jij bent.  Samenvatting voor ons: twee kinderen in de knel.

Bij Tijmen moet je het gevoel dat jij als volwassene weet wat goed voor hem is geheel loslaten. Tijmen weet dat zelf. Tijmen heeft mensen om zich heen nodig die hem ondersteunen in de zoektocht van zijn ontwikkeling, die hem de ruimte geven om tegen zichzelf aan te lopen (in plaats van tegen het systeem) en hem vanuit hun eigen leven durven te laten zien wat allemaal mogelijk is. Niet sturend maar vanuit het idee van “voorleven”. Tijmen heeft dan zelf de mogelijkheid de stukjes waar hij wat aan heeft eruit te halen en zelf zijn eigen weg te kiezen. Ingewikkeld en spannend best wel maar voor Tijmen de enige goede weg om te zijn wie hij is.

Vanaf de eerste dag dat Tijmen naar school gaat, strijdt hij met het systeem. Eerst met alle macht, schreeuwend en tierend als hij naar school gebracht werd. Later dook hij onder, hij leek braaf mee te doen maar tunede zichzelf uit met zijn gedachten en deed voor de vorm een beetje mee. Zong met liedjes mee door alleen zijn mond te bewegen (“dat liedje van smakelijk eten, dat vond ik zo dwingend, nu maar lekker eten”). Wel lastig dat dat uittunen zo moeilijk is stop te zetten en een soort gewoonte wordt, zodat  hij tijdens schoolweken thuis ook heel vaak zeer afwezig is.  Dit schooljaar vonden wij de tijd echt rijp om hem  de ruimte te geven een andere stap te maken.
Siem zit in de knel. Al jaren in een klas die onveilig voor hem is. Waar hij zich niet kan ontwikkelen. Siem heeft inmiddels een “schoolSiem” en een “thuisSiem”. Twee totaal verschillende kinderen. Omdat hij anders is dan de meeste kinderen en de andere kinderen in deze onveilige groep ook druk bezig zijn hun hoofd boven water te houden, heeft hij zeer weinig werkelijke contacten met andere kinderen. Gepest wordt hij niet, genegeerd wel.

De laatste schooldag kwam hij helemaal bedrukt naar buiten, hij stond niet op de foto die de juf had uitgedeeld van de klas en helaas had ze ook niet zijn naam er bij geschreven. “Zie je wel dat ik er niet bij hoor”. Ze sloeg de spijker op zijn kop en je moederhart breekt.

Veelvuldig hebben wij de school aangegeven dat het niet goed gaat met Siem, dat hij niet gelukkig is, dat hij veel last heeft van de geluiden in de klas, van de onrust die een aantal kinderen met zich mee brengt, dat wij ons verbazen over wat hij op school doet en wat hij thuis allang kan. School zag het niet, want hij lacht wel eens en hij maakt wel eens een huppeltje. Maar de Siem zoals wij hem kennen, enthousiast, flower power, hoort alles, ziet alles, weet alles, praat de hele dag door, die kennen zij niet. Misschien was Siem wel niet sociaal, kan hij geen werkelijke contacten maken met andere kinderen, is er van alles met hem aan de hand? Ondertussen gingen wij ook aan hem twijfelen want wij hadden een zeer explosief kind thuis. Eigenlijk al op het schoolplein, woedend dat zijn groepje als laatste naar buiten mocht omdat dat ene klierjongetje steeds expres was opgestaan zodat hun groepje niet weg mocht van de juf, totaal overprikkeld door alle drukte in de klas, de overvloed aan geluiden. Ja, Siem is zeer gevoelig voor geluid en kan gesprekken volgen die voor de gemiddelde persoon niet te horen zijn. Kan geen onderscheid maken tussen harde geluiden en zachte, want hij hoort alles. Dus zie je wel, het ligt allemaal aan hem.

Siem hebben wij didactisch laten onderzoeken deze zomer, in zijn vakantie. Maandag krijgen we de uitslag. Siem vond het zeer frustrerend want het rekenen lukte hem niet zoals hij wilde. Hij blijkt namelijk niets te hebben geautomatiseerd maar alles steeds weer uit te rekenen. Al die jaren al, want in groep 2 heb ik dit al aangegeven. Siem maakte toen hij 5 was al routes om 7 + 8 op te tellen, zeer ingenieus maar ook veel werk. 7 + 8 is namelijk 10 + 10 min 3 en min 2. Bij gebrek aan echte uitdaging blijft een hoogbegaafd kind dit soms allemaal vanuit het werkgeheugen berekenen, jaar in jaar uit. Tenzij de school gedegen zou onderzoeken waarom het kind niet presteert zoals je volgens zijn IQ zou kunnen verwachten. Als de school daar de middelen, de kennis en de tijd voor zou hebben en de prioriteit zou stellen om ook hoogbegaafde kinderen passend onderwijs te geven. Met begrijpend lezen kwam hij trouwens al op middelbare schoolniveau uit…. Hopelijk krijgen we maandag meer ideeën over de juiste plek voor Siem voor het komende schooljaar. Een plek waar hij zich kan ontwikkelen, sociaal en cognitief. Want net als Tijmen, heeft Siem heel veel in zijn mars!